Het Volgende Station (Ik spoor niet, deel 2)

Twee weken geleden schreef ik dat ik niet spoorde, of in ieder geval niet vaak. Ik schreef over perfecte aansluitingen, seinen die op groen stonden en dat ik net op stoom kwam.

 

Deze week spoorde ik weer even. Op weg naar de train de trainer training deel 2: Het Volgende Station. Vanaf oktober ga ik zelf met deze training het land in.

De heenreis verloopt wederom soepeltjes. Ik heb deze keer zelfs een echte zitplaats. Ik lees een boek en staar wat uit het raam. Ik word nog niet echt wakker zo. Waar je, als je met de auto gaat, alert en wakker onderweg bent, laat ik me hier vooral meevoeren. De machinist weet de weg en ik hoef alleen maar op te letten dat ik op het juiste moment uitstap. Maar in de tussentijd is er niet de noodzaak om alert en wakker te zijn. Ik heb moeite om wakker te blijven.

 

Ik rijd liever zelf. Dan bepaal ik zelf de route, kan stoppen wanneer ik dat wil en ik ben me veel bewuster van de reis. Ja, in de trein kan ik beter van het uitzicht genieten, maar dat schiet zo snel voorbij dat ik het niet echt in me op kan nemen.

 

De train de trainer training is wederom een intensieve, leuke, gezellige, leerzame dag. Wanneer we van start zijn gegaan ben ik wel al snel alert en wakker. Ik denk mee, lach en praat met de andere trainers en ben kritisch. Ik zie steeds beter voor me hoe ik deze training zelf ga verzorgen en hoe ik deze kan sturen. Ik weet wat het eindstation van de reis is (daar kun je eventueel nog je aansluiting halen op een volgende reis), op welke stations ik moet stoppen, maar ook op welke ik wil stoppen om even wat langer stil te staan. En sommige stations kan ik soms ook overslaan, afhankelijk van de wens van mijn passagiers.

 

Moe, maar voldaan wandel ik aan het eind van de dag naar het station. Mijn trein is weer stipt op tijd en ik laat me met een zucht op een vrije zitplaats neerploffen. Nijmegen, Oss, Den Bosch en Tilburg gaan aan me voorbij. In Breda blijft de trein verdacht lang stilstaan. Een mededeling: “Door een wisselstoring is er op dit moment geen treinverkeer mogelijk tussen Breda en Roosendaal.” Ok, dan. En nu? Ik moet nog door naar Roosendaal en daar overstappen op de stoptrein naar Oudenbosch.

Ik zoek naar een oplossing. Ik moet een andere manier vinden om mijn doel (naar huis en eten, het is inmiddels kwart voor zeven) te bereiken. Ik baal enorm, maar realiseer me ook dat het eigenlijk niet anders is dan in de file staan. Je hebt de keuze om aan te schuiven en te wachten tot de file oplost of een andere route zoeken.

Ik kies meestal voor de tweede optie, want dan kom je nog eens ergens, ziet nieuwe dingen en maakt je alerter. Je dommelt niet weg achter het stuur, maar concentreert je op de nieuwe gekozen route.

 

Ik pas deze filosofie dan nu ook maar toe. Ik ben niet vreemd in de omgeving van Breda en ken de mogelijke routes. Ik kan overstappen op de bus, maar een omweg met de trein lijkt me in dit geval praktischer. 

 

Via de NS-app plan ik mijn nieuwe route en meld me op perron 7 voor de stoptrein richting Dordrecht. In Lage Zwaluwe stap ik uit en over op de stoptrein richting Roosendaal. Grappig om weer eens in deze trein te zitten, bedenk ik me. Dit is het traject dat ik vroeger iedere dag aflegde, toen ik in Zevenbergschen Hoek woonde en in Oudenbosch op de middelbare school zat.

Om kwart voor acht kom ik dan eindelijk aan (na een reis van bijna 3 uur) op mijn bestemming.

Het duurde wel wat langer, maar het bracht me weer eens op plaatsen waar ik al een tijdje niet geweest was. Ik bleef binnen het voor mij bekende netwerk en bereikte mijn doel. 

 

Ik hoop (en heb er vertrouwen in) dat ik dit principe ook in mijn trainingen kan gebruiken. Het doel voor ogen houden, maar ook af en toe een andere weg naar dat doel nemen. Dan blijf je alert en wakker.